Donegal tweed weaving loom

Donegal tweed weaving loom

Een tijd geleden werd er op marktplaats een oud Iers weefgetouw aangeboden. En hoewel ik ondertussen meer dan genoeg weefgetouwen heb, was er toch iets in mij dat mij (en mijn man) in dit weefgetouw aantrok. Misschien was het de mysterieuze wirwar aan hefbomen, katrollen en touwen op de foto, of misschien de staat waarin het getouw leek te verkeren die verraadde dat het getouw heel lang en heel intensief gebruikt moet zijn geweest.

Tenslotte deed het mij wat dat er op dit getouw nog steeds een prachtige schering van tweed wol zat, alsof de wever even zijn ‘porridge’ van het fornuis aan het halen was en na zijn lunch het werk weer zou oppakken. Niet veel later waren wij daarom onderweg om het weefgetouw in Friesland op te halen. Iedere keer is het weer wonderlijk om een band te voelen met mensen die je nog nooit eerder hebt ontmoet zodra het over weven gaat. Ook hier was het weer prachtig om niet alleen een weefgetouw over te nemen maar ook de prachtige verhalen die er aan verbonden waren.

De eigenaren vertelde dat het weefgetouw jaren stil stond. Toen ze zelf een goed lopende landelijke lifestyle winkel runde, hadden ze het getouw over laten komen van de firma Magee 1866 in het Ierse Donegal. Magee is een oud Iers familiebedrijf dat tweed stoffen weeft en daar kleding van maakt. Klanten konden indertijd in Nederland stoffen uitzoeken en een uit Ierland afkomstige wever weefde hier dan de stof die vervolgens in Ierland tot een maatpak werd genaaid. Vooral op beurzen was dit een bijzondere bezienswaardigheid vertelde de eigenaren die nu van hun pensioen genieten.

In mijn eigen weverij hebben wij het getouw weer in elkaar gezet. Wat meteen opviel waren de diepe gebruikssporen die de jaren van intensief gebruik hadden achtergelaten. Tegelijkertijd werd ook duidelijk dat de wevers zich daardoor niet hadden laten tegenhouden; aan alles was te zien dat eventuele reparaties en verbeteringen vooral heel praktisch werden uitgevoerd. Er waren delen vervangen, bijgebouwd, vastgeschroefd en vastgeknoopt. Onderdelen van hout, ijzer, touw en zelfs binnenbanden van fietsen waren gebruikt. Waar ik tot nu toe mijn meeste weefgetouwen zo origineel mogelijk houd, zagen wij hier de uitdaging om dit getouw aan te pakken zoals de eerdere wevers moeten hebben gedaan: Doen wat nodig is om de boel draaiend te houden.

Een klassiek Donegal weefgetouw is een counter balance principe met twee sets van vier wippers (Jacks), vier schachten (shafts) en een enkele rij van vier schemels (lams) die zijn aangebonden aan vier trappers (treadles). Een donegal getouw is daarnaast voorzien van een slagboom met schietspoel installatie (flying shuttle) en een shuttle box waarin meerdere shuttles kunnen worden geplaatst. Dit maakt het mogelijk om tijdens het weven van shuttle (en bijvoorbeeld van kleur) te wisselen. Het Donegal getouw heeft een forse kettingboom waar een schering van van zeker tachtig meter op past. De slagboom is verbonden met een mechaniek dat de doekboom automatisch opboomt. .

Toen mijn man het getouw in elkaar had gezet moesten de schachten aan de de wippers en schemels worden gebonden, en de schemels aan de trappers. Dat leek in eerste instantie eenvoudig, we hebben immers al tientallen verschillende weefgetouwen aangebonden, maar met dit getouw was iets speciaals aan de hand. In eerste instantie dachten wij namelijk dat dit getouw een contramars getouw is, gezien de bekende wippers bovenin en de set schemels onderin het getouw. Maar op de prachtige oude filmpjes over Donegal weavers die op internet te vinden zijn, zag ik dat men een speciale trapvolgorde volgt waarbij combinaties van twee trappers tegelijk worden gebruikt. Dat hadden wij nog niet eerder voor handen gehad. Ook leek het ons vreemd dat dit getouw maar één set schemels had en geen twee zoals in een ‘normaal’ contramars getouw. De video’s op internet brachten geen uitkomst omdat alle aandacht daar uitgaat naar het weven zelf maar niet over de aanbinding van het getouw.

Hulp kwam uiteindelijk vanuit Donegal zelf: Tristan Donaghy, manager van Studio Donegal een Iers familiebedrijf dat het traditionele handweefambacht ziet als regionaal immaterieel erfgoed. Zij houden de kennis en vaardigheden van dit ambacht in stand door al hun producten op traditionele manier te weven en verwerken.

Tristan Donaghy reageerde direct enthousiast op onze mail waarin wij om raad vroegen. Met zijn hulp, ondersteund met video’s die hij stuurde van zijn eigen looms in werking, lukte het om ook de aanbinding weer origineel uit te voeren. Wat opvalt is de gekruiste aanbinding van de schachten aan de wippers en de aanbinding van de vier trappers aan de enkele rij schemels.

Hoewel een Donegal getouw er op het eerste gezicht uitziet als een contramars getouw, werken de wippers (jacks) door de gekruiste aanbinding eigenlijk als de paardjes op een contra balans getouw. Om die reden heeft het getouw ook maar een stel schemels in plaats van twee.

Een uitdaging bij dit getouw was dat er behoorlijk veel houtworm in zat. In enkele stukken zoveel dat we die moesten namaken. Toen we Tristan vroegen wat we daar aan konden doen zei hij dat in Donegal het verhaal gaat dat de houtworm niet tegen beweging kan. Pas als een ‘mill’ stilvalt worden de houtwormen actief. Dus de beste remedie was volgens hem: “Just keep on weaving to keep the wood worms at bay! 😂”

Zoals gezegd zat er nog een enorme hoeveelheid tweed wol op de scheringboom. Nadat het getouw weer helemaal in orde was ben ik daarom begonnen om de schering opnieuw door twee kruislaten te halen en vervolgens in te rijgen, te rieten en aan te knopen. Nu is de Donegal loom na 30 jaar weer klaar voor gebruik.

Screenshot

Eerst heb ik een bindingstekening gemaakt (1) met patroon, inrijg, aanbinding en trapvolgorde. Meestal gebruik ik bij een keperbinding een zwevende draad aan beide zelfkanten. Maar omdat dat met een schietspoelinriching niet praktisch is heb ik voor mijzelf een aanwijzing op de notitie gezet van welke kant ik een draad moet inslaan om bij een keper een juiste zelfkant te krijgen. Vervolgens heb ik een klein stuk met dikke draad op een losse schuit ingeslagen om de schering mooi egaal te verdelen (2). En daarna, ook met een losse schuit, begonnen met een dunne draad in groen (3) en later een stukje in bruin.

Je ziet dat de zelfkanten hier nog niet goed gaan. Aan de rechter kant nog teveel lussen (4) en de linker kant begon te veel in te weven. Daar heb ik de inslag dan ook tussenuit geknipt (5). Vervolgens begonnen met de originele schietspoel met Donegal tweed wool. En dat ging fantastisch! Mooie zelfkanten zonder in te weven. Wel zag ik dat er nog twee keer twee draden bij het rijgen en rieten waren omgewisseld. De scheringdraden heb ik bij de borstboom losgeknipt, opnieuw geregen en geriet en daarna met spelden weer aan het weefsel vastgezet (6). En op een vergissing bij de trapvolgorde na (7) ging het vervolgens op rolletjes!